Samenvatting life-sessie 17 maart '10
(OOC: Ik hoop dat ik m een beetje goed heb, ik kon soms niet meer lezen wat ik nou geschreven had.)
De koirasi rennen richting de mannen die eerder dit gevecht gevallen zijn. Het lijkt erop dat ze er voorbij zullen gaan, dat de priester in hun midden hen ervan weet te weerhouden de hulpeloze mannen en vrouwen te slachten, maar dan splitsen twee gemeen ogende koirasi zich af van de troep, die verder rent. De orders van de priester negerend rennen zij naar de gevallenen.
Dat laten we echter niet zomaar gebeuren. Sergeant 801, die na de val van Mereneas de hoogste in rang is vuurt een pijl op hen af en commandeert: “CHARGE!!” Voor dit bevel kan worden opgevolgd snijden de twee koirasi al de strot af van soldaten River en Lastvein. Deze actie is echter de laatste die ze uitvoeren: voor ze verder kunnen gaan met hun slachting worden zij bestormd door soldaat 1e rang Takeru, priesteres Heidel en (soldaat?) Hama. Ook Switch schiet met een hysterische lach een pijl af, terwijl Thyendrai achterblijft en de gevallen Mereneas overeind helpt.
Uiteindelijk worden we ingehaald door kapitein Silverhand, een dwerg. Hij gebiedt Takeru om Switch naar een blokhut te begeleiden en hem daar te houden. De rest beveelt hij de gewonden te helpen. Dit is een bloederige taak. Vooral onder de burgers die vanaf het plateau pijlen schoten is een slachting aangericht. Na een uur roept de kapitein iedereen bijeen in zijn blokhut. Mirwan haalt Takeru en Switch (die nog met zijn maaltijd bezig is). De blokhut van de kapitein ziet er wat sjieker uit dan die van 801, Takeru en Mirwan (waar ook Pesion ligt en waar Switch heen werd gebracht). Er liggen kaarten en dergelijke, en de kapitein staat achter een tafel met aan zijn zij een stugge sergeant.
Silverhand doet de verliezen uit de doeken: Van de 170 burgers zijn er nog 70 over. Van de soldaten zijn er ook nog 70 over, maar zij begonnen met 110 man. Zo’n 40 man van iedereen die op het slagveld lag te kreperen heeft het dankzij wat verbandjes kunnen overleven. Silverhand licht toe dat door deze zware verliezen New way pass ontruimd zal moeten worden. De koirasi hebben ook zware verliezen geleden, maar zij kunnen op 20.000 man reinforcements rekenen voor een nieuwe aanval op de pass. Aangezien Mereneas de volgende in rang is als eerste sergeant, wordt hij aangewezen als ‘rechterhand’ van kapitein Silverhand. Hij zal de groep die nu verzameld is aanvoeren op een missie die voor de evacuatie uit naar Plugfest zal worden gestuurd.
Op dit moment ontstaat er wat rumoer over Switch, die naar eigen zeggen de hand van zijn broer aan het opeten is. Dit leidt er mede toe dat Mereneas uitleg moet geven over de burgers die hij bij zich heeft. Ook moet hij zelf uitleggen waar hij vandaan is gekomen. Er volgt een verhaal over barakken in Valley’s end die in brand gevlogen waren door een explosie waar een halfling bij betrokken was. Ene Wellhouse gaf vervolgens orders aan Mereneas om de positie in New way pass te komen versterken met enkele manschappen, priesteres Heidel en de gnoom Thyendrai, en zij werden hierheen geteleporteerd.
Inmiddels wordt Switch ook gefouilleerd, waarbij allerhande marteltuig uit zijn zakken komt, een vreemd masker/helm, een paar zwarte stokjes en twee boeken. Eén lijkt een atlas te zijn, maar van de ander wordt al snel duidelijk dat het een bijzonder spellboek is, en dat Switch dit ook (enigszins) kan lezen. Hij moet dus een mage zijn, kondigt de magiër van de kapitein aan, die ook in de kamer is.
Vervolgens vertellen Mereneas, Thyendrai en Switch iets meer over hun achtergrond en hoe zij elkaar ontmoet hebben. In het verhaal komen onder andere mannen in zwarte pakken met maskers voor, een gnoomarchitect die zijn eigen dood voorspelde met een brief die voorspelt dat Mereneas een cadeau krijgt van Switch; Switch die een adder cadeau doet aan Mereneas en Thyendrai die verschijnt als de architect ontploft is. Ook bevatte de brief informatie over een verrader, en een boodschap aan 801: ‘Het hoeft niet zo te zijn’. Ook blijken allerhande mensen Pesion te kennen, die bewusteloos in de andere blokhut ligt.
Uiteindelijk worden de spullen van Switch afgenomen, waarbij hij alleen een flesje met verdund bloed mag houden. Thyndrai ontvangt de atlas. Na een nacht gerust te hebben gaat de groep te paard met voldoende rantsoenen. Mereneas heeft de leiding tijdens deze missie, met als tweede man 801. Eerste soldaat wordt Takeru. Alle manschappen worden bijeengevoegd in één unit. Dit zijn verder Mirwan, Goldore, Venerable, de beide Of valley’s ends, Stone, Sevvil, Of brandhill’s proud, Bookmaker, Wrin en de burgers Thyendrai en Switch. Heidel blijft achter.
De kapitein instrueert: “Rijd door de hele vale en laat een bericht achter bij de burgemeester van Brandhill’s proud. Hij moet 1 kolonne soldaten sturen, niet minder dan 200 man. Vanuit Plugfest moeten 5000 soldaten gestuurd worden om de nieuwe weg te bewaken.” Ook krijgt de groep brieven mee waarin deze boodschappen staan.
Tijdens de rit komt de slang van Mereneas te voorschijn, en hij raakt hierover in gesprek met 801. Mereneas wil liever niet voorop rijden, dus zal 801 met nog iemand voorop rijden. Ook wordt er besloten dat de voorste mannen een masker zullen dragen. Dit zal hen helpen gevaren sneller te zien (+ op spot).
De weg naar Plugfest leidt meanderend door de bergen, door oude rivierbeddingen. Er verstrijken enkele dagen waarin ieders wonden genezen. In deze tijd blijkt Mirwan een bijzondere gave te hebben voor heling, waarbij hij mensen in zijn nabijheid langzaam maar zeker laat genezen. Na twee dagen rijden begint het te regenen, en veel ook. Er staat een harde, vreemde wind, die niet uit één specifieke richting lijkt te komen. Het geeft een onaangenaam gevoel, en het wordt een moeilijke nacht. Na nog zo’n nacht wordt het weer alleen maar slechter. Er ontstaat een afschuwelijke storm met onweer en bliksem, die alleen maar erger wordt.
Tijdens deze storm is ineens een enorm ‘gat’ in de lucht te zien, met een gouden lichtkrans. Uit dit gat schiet een zwarte straal naar beneden. Het punt van inslag lijkt gelukkig niet op onze route te liggen. Binnen een minuut wordt de straal gevolgd door een aardbeving. De tocht gaat verder.
Op de vierde dag komen we na een bocht een afschuwelijk tafereel tegen. Voor ons staan zo’n 10 wagens gevuld met bouwmaterialen, maar zonder wielen. De wagens zijn omringd door menselijke lijken. Er is vuur geweest en paarden lopen los rond. Op de voorste kar zitten heel relaxed twee Vadi tussen de lijken. Ze zijn ongeveer 1 meter hoog, met een slangachtig uiterlijk, zonder oren en met vliezen tussen hun vingers. Aan de achterkant zijn ze bedekt met schubben. Hun brede nek gaat over in hun armen. Eén van hen draagt een tijgeroog op een zwarte pij: een priester van hun god Evadein. De ander, een vrouw, draagt een rood gewaad. Als de groep terughoudend reageert zegt de priester:
“Ah, de volgende groep. Wat zal het dit keer zijn?” “Kijk, er zijn twee sergeants, maar drie van hen komen naar voren, interessant. Wordt het vechten of praten?”
Mereneas antwoordt: “Praten eerst.”
“ Wij hebben deze soldaten van uw leger geslacht”
801 kalmeert Yuudai
“ Waarom?”
“ Zij waren brutaal en hebben zich niet aan de wet gehouden, begrijpt u?”
“Nee, dat begrijp ik niet. Waarom?”
De vadi legt uit dat dit Vadiland is, en dat ze niet zomaar verder mogen, dat ze zich dus ook aan de wetten van Vadiland moeten houden. Hierop besluiten de sergeants dat eerst onderling overlegd moet worden. Thyendrai besluit in zijn ‘nieuwe’ atlas te kijken, maar hij vind op deze plek niets terug over Vadiland, alleen dat hier een berg is. Hij besluit zich onafhankelijk voor te doen en gaat spreken met de twee Vadi. Hij vraagt of we door mogen rijden, en dat mag. Van de twee Vadi spreekt alleen de priester/advocaat, die Vesper heet, de andere zegt niets.
Ondertussen hebben de sergeants een besluit genomen: het is hun eerste prioriteit om doortocht naar Plugfest te krijgen, en niet om de soldaten die hier zijn afgeslacht te wreken. Vesper claimt dat ze niet onredelijk zijn: Natuurlijk mogen we doorrijden, zolang we ons aan de wet houden. De strijd met de soldaten ontstond door een conflict over de eigendom van het land. Hun goederen zijn in beslag genomen en krijgen we dus niet terug. De lijken zullen een ‘waterbegrafenis’ krijgen. Thyendrai legt vervolgens nog aan de Vadi uit wat er in New way pass gebeurd is, en dat ze dus een invasi door Koirasi kunnen verwachten. Ook schrijft hij een inventaris van wat er in de karren zat.
This message was last edited by the player at 09:29, Mon 05 Apr 2010.