Jasper wil jij een volledige kaart posten van het complex?
H.H.H.H. H = Hoogslaper
...H......... C = Chest
C....B.B.B.B..x B = Brits
C..B......M.P
CS...B.B.B.B.
...B....L
R N
v |
v W<--+-->O
v |
. Z
...........
..................
...........
...........
...........
De avonturiers staan klaar om elke mogelijke aanval te verijdellen.
De een heeft zijn zwaard of dolk in aanstalte, de ander heeft zijn geest gefocused en de ander staat klaar om een prachtig lied in te zetten en weer een ander staat met lichgevend schild en knuppel klaar om af te rekennen met wie of wat er ook maar om de hoek komt kijken.
Samuel doorzocht de kisten samen met Pegrin zijn hulp op het vinden van vallen.
Voornamenlijk waardeloze spullen werden er gevonden op uitzondering van een paar dingen.
Uit de opening die nog niet onderzocht was, kwam een enorme branderige vlees lucht.
De dapperre avonturiers trokken de kamer in maar er was geen lucht die hun mogelijkerwijs had kunnen voorbereiden op wat ze daar zagen.
Afgeslachte lijken lagen op tafels of aan spiezen half opgegeten, half geroosterd of verbrand en zwaar verminkt.
Ook was er nog een kast een kist en een oven, bij het onderzoeken van de kist en kast kwamen de avonturiers erachter dat er een verborgen doorgang was achter de kast waar ook weer zwaar gemutuleerde lijken in zaten.
Toen men de oven opendeed kwam daar een brandend lijk uit springen, wat toch nog wel erg veel bewoog voor een dode. Want het viel Pegrin op pijnlijke wijze aan.
Nadat de avonturiers het brandende lijk ten ruste hadden gelegd gingen zij terug naar de gang die zij nog niet hadden onderzocht in het zuiden van de kamer waar zij het eerste gevecht hadden gehad.
(hier weet ik het even niet zeker meer maar het was ook niet zo belangrijk dacht ik zo, ik weet niet of daar nog een kamer achter zat of gelijk de kamer die ik nu ga beschrijven. Please add if there is)
na een stukje lopen kwamen zij in een kamer met drie nieuwe openingen eentje aan de linkerkant en twee aan de rechter kant.
Moedig stapten de avonturiers behoedzaam de kamer binnen.
Ze werden verrast door een hele horde aan halflings die zij dagen eerder al hadden gedood, de halflings waren nog steeds dood en rottend maar ze waren door een onbekende kracht tot geanimeerde staat gebracht.
Lewk de kobold zag zijn kans en riep de wortels in de omgeving op om de ondode tegen te houden zodat de avonturiers niet in de rug aangevallen zouden worden.
Dit bleek een uiterst nuttige actie hoewel niet alle ondode erdoor vastgehouden werden.
In de ruimte waarin de helden stonden te vechten gebeurde nog meerderre rare dingen waar de ondode halflings sterker van leken te worden.
Er was nog iemand in de buurt, maar de helden wisten niet waar en wie het was.
Degene die ontkwamen namen Meancolin en Radji voor hun rekening met nog een beetje hulp uitijndelijk.
Terwijl Pegrin Lewk en Samuel de onafgeschermde gang waar halflins uit bleven stromen stuk voor stuk ten laatste ruste legden met nog een klijne krachtspurt van Meancolin viel de laatste op de grond, voorgoed ditmaal.
Nadat de laatste halfling die nit werdt vastgehouden ter gronde was geslagen klonk een vrouwenstem uit de linker gang.
Zij gebood hun met klem om haar kant op te komen. De avonturiers keken elkaar vertwijfeld aan en gingen niet verder voordat zij er zeker van waren dat de vastgehouden ondode niet achter hun rug iets zouden ondernemen.
Zij liepen door de gang en kwamen bovinin een ondergrondse toren.
Onderin op de grond stond een altaar met daarnaast een halfling vrouw met een zeer merkwaardig wapen. (Jassel kun je een plaatje posten daarvan?)
Zij gebood ons naar beneden te komen.
Wat de avonturiers daar te horen kregen van haar was hen nogal vreemd.
De slechte vrouw vertelde hun dat zij er al meerderre keren waren geweest, maar elke keer niet wisten dat zij daar al meerdere keren waren geweest. Zij was verveeld omdat zij al 3 jaar in deze (soort van) cyclus was opgenomen. De avonturiers kregen van haar te horen dat zij zeker eens in de 3 tot 10 dagen langs kwamen, de ene keer schenen de avonturiers haar dood te slaan en alles uit te roeien om haar heen de andere keer niet. Het verhaal kwam er in feite op neer dat het niet uitmaakte wat ze zouden doen want het zou zich in een aantal dagen weer herhalen.
De vrouw wist tot verbijstering van de hele groep heel veel over hun, zo wist zij van Gedrin de rechter, waar zij niet zo'n hoge pet van op had. Net zoals van Horatio.
De vrouw wist wel degelijk dingen die de groep nog aan niemand hadden verteld en dat verbaasde hun, ook vertelde de vrouw dat de dolk van Pegrin waar hij de ondode versie van Meancolin in had opgezogen dat daar een
demoon in zou zitten.
De groep wist niet goed wat ze daarmee aan moesten aangezien ze niet wisten wat een demoon dan wel zou moeten zijn.
Meancolin was wel enigzins bezorgd of zijn wederhelft die in zijn dolk was getrokken of dat de demoon was of dat er nog meer in die rare dolk van hem zat.
Op een gegeven moment waren Samuel en Pegrin het zat(?) en vielen beide de vrouw aan tot grote verrasing van alle anderre in de kamer aanwezig.
De avonturiers hadden zich aanzienlijk verspreid door de kamer en vielen van alle kanten aan.
De vrouw verdedigde zichzelf met hand en tand en wist menige slag te overleven.
ook kreeg zij hulp van nog iemand die een gang kwam uitstormen die Radji gelijk door de knieen deed zakken.
Langzaam begon de groep het initiatief te verliezen, doch gingen zij moedig door tot de laatste snik wetende dat de vrouw dat ook zou doen.
Achtereenvolgens begonnen Radji, Pegrin en Samuel te vallen.
Lewk en Meancolin stonden nog wel, gewond maar levend, Lewk bleef doorslaan met zijn knuppel terwijl Meancolin een mentale klap uitdeelde aan de vrouw die haar fataal werd terwijl hij een aanval van de man naast hem verijdelde.
Toen draaide de gnoom zich om naar de man voor hem.
Hij bedacht zich dat hij dit niet lang zou overleven.
Zichzelf beschermend concentreerde de gnoom zich en riep een onzichtbaar schild op om zichzelf beter te beschermen.
Daarna ging hij weer rechtop staan en concentreerde zoveel kracht als hij kon om de geest van de halfling man uit elkaar te reten.
De man viel dood en beweegeloos neer.
De gnoom en de kobold keken elkaar ernstig en vragend aan.Ze liepen naar elkaar toe en zuchte van opgeluchting.
Ze keken om zich heen en zagen hun vrieden door de kamer verspreid liggen.
Meancolin maakte het hun gemakkelijk nadat hij een edelsteen uit zijn zak had gehaald en het pootjes liet groeien, de steen liep rond om te kijken of hij nog iets qua vijanden kon zien.
Lewk ging in die tussentijd naar boven om de balustrade naar beneden te halen om zo een beterre blokade te kunnen maken bij de deur.
Meancolin en Lewk keken om zich heen om zich ervan te vergewissen dat het veilig zou zijn om hier te rusten.
Zij waren tevreden en de wacht verliep rustig, de helden herstelden zich en verkenden de rest van het grotten complex.
Zij vonden nog een hele lange gang die ver buiten de bewoonde wereld terecht kwam, een kamer waar een boek opgesteld was en voor de rest nog wat minder belangrijke kamers. (jas vul eventueel even aan weet dat niet precies meer.)
Ook werdt de rest van het dorp onderzocht maar vonden niks belangrijks meer.
Bij terugkeer in Glimmeshine bleken er een paar dingen veranderd te zijn, er was een paladijn verschenen met huis en al en die bleek er al heel lang te wonen.
Ook wist Nestor niks meer van een beloning en verwees ons naar de paladijn Lavanion.(?)
Ook deze wist niet goed wat hij aan moest met desituatie, deze was ook zeer verstrooid om iets met zijn vrouw die weg was.
Uit eindelijk kwamen zij allemaal aan bij Horatio.
Die gebood al snel dat Nestor en de paladijn weg gingen en hij samen met de groep overbleven.
Horatio die vertelde ook dat de groep al meerderre malen waren terug gekeerd met hetzelfde verhaal terwijl de avonturiers dat bij de vorige ontmoeting niet bekend was dat hij dat wist.
Zo wisten de avonturiers het zeker dat er iets raars aan de hand was.
De gnoom in de groep kwam nogmaals met een raar verhaal over de mogelijkheid van het bestaan van anderre werelden maar ditmaal begon hij ook een raar verhaal over tijd.
De groep begreep er niks van en de gnoom bleef ook erg vaag in hoe dat dan zou moeten zitten. En men ging al snel verder met een halve glimlach om het rare notie.
Uitijndelijk kwam men tot betaling voor de kweeste die zij hadden volbracht die volgens de helden door Nestor was gegeven.
Horatio bood hun het maximale bedrag van 1000 GP als betaling.
(als ik het goed heb is hiermee de volledige live sessie verteld die wij bij Jasper hebben gehad.
Met een paar kleine gaatjes die nog gevuld moeten worden.
Hopelijk vinden jullie het een aardige samenvatting van vorige keer. post maar in ooc wat er veranderd of toegevoegd moet worden dan edit ik het hier dan blijft dit ook de enige samenvatting in de game thread anders komen er zoveel posts met verwijzing naar doen dat enzo.)
This message was last edited by the player at 19:08, Sun 12 June 2005.